Onderzoek

ddd

Taal en communicatie

[titled_box title=”Persuasion als functie van interpersoonlijk taalgebruik” variation=”” textColor=”#ffffff” bgColor=”#1242a3″]

[pullquote4 align=”left” variation=”” bgColor=”#1242a3″]Een directieve taalhandeling is een persuasieve strategie: spreker probeert houding en gedrag van aangesprokene te beïnvloeden.[/pullquote4]Bij taalgebruik in het algemeen en in een vreemdtalige sociale context in het bijzonder is de interpersoonlijke functie van taal van groot belang: naast de linguïstische competentie zijn de communicatieve en pragmatische competentie een minstens even belangrijke factor. Want bij de interactie tussen spreker en aangesprokene zegt een juiste woordkeus en formulering niet alleen hoe de spreker zijn relatie tot de aangesprokene ervaart, maar ook hoe de spreker wil dat die relatie wordt ervaren door de aangesprokene.

Communicatieve competentie houdt niet alleen een linguïstisch correct taalgebruik in, maar veronderstelt ook inzicht in wanneer, hoe en in relatie met wie taaluitingen geslaagd en effectief zijn, en vaardigheid in het toepassen van deze inzichten. Als onderdeel van communicatieve competentie hanteren gesprekspartners bewust en onbewust communicatiestrategieën die de persuasieve effectiviteit van de interactie beïnvloeden.

De ruime aandacht in pragmalinguïstisch onderzoek voor het gebruik van beleefdheidsstrategieën in moedertaal en vreemde taal is te verklaren uit het feit dat juist in het verschijnsel ‘strategische beleefdheid’ de interpersoonlijke functie van taalgebruik zo duidelijk naar voren komt.

[/titled_box]

Wat is het verschil tussen taalvaardigheid en communicatievaardigheid, tussen Lingustic competence en Communicative of Pragmatic competence? Als docent taalvaardigheid Spaans werd ik me bewust van het onderscheid tussen het beheersen van een (vreemde) taal als systeem, Linguistic competence, en het effectief kunnen gebruiken van de (vreemde) taal in de context van taalgebruikssituaties: Communicative competente

[margin20]

Language and Communication - linguistic competence, pragmatic competence

[margin30]

Communicative competence, Pragmatic competence

De stap naar Pragmatic competence is niet groot: Pragmatic competence veronderstelt inzicht in sociaal-psychologische factoren die de effectiviteit van taaluitingen beïnvloeden (Sociopragmatic competence), en de vaardigheden om deze toe te passen in strategische, effectieve taaluitingen (Pragmalinguistic competence).
[margin30]

Pragmatics, speech acts, directive speech acts

[margin30]

Pragmatics, Speech acts, Directive speech acts

De vragen die me bezig hielden en me op een onderzoeksspoor zetten waren:
[arrow_list]

  • Hoe kan het dat tussen zeer taalvaardige mensen de communicatie tekort schiet; dat linguïstisch correct taalgebruik tot pragmatic failures kan leiden?
  • Zouden naast de taalverschillen ook verschillen in (communicatie-)cultuur een rol spelen bij het succes of falen van interculturele communicatie?
  • Zouden sprekers van verschillende culturen, van wie één van beiden de taal spreekt die niet zijn of haar moedertaal is, niet alleen de vreemde taal bijna perfect kunnen beheersen, maar zich ook een zekere intercultural pragmatic competence kunnen eigen maken?
  • Welke factoren – machtsafstand, sociale afstand, situationele context – beïnvloeden de appropriateness van een directieve taalhandeling zoals een verzoek?
  • Welke Face-saving strategies kunnen de gezichtsbedreiging verzachten en daarmee de kans op een geslaagde verzoek-uiting vergroten? Welke talige middelen kan een spreker daarbij hanteren?

[/arrow_list]
Kortom, binnen de kortste keren kwam ik bij taalfilosofen als Grice en Searle terecht, bij conversatie-maximen, het Cooperative Principle, taalhandelingstheorieën en Brown en Levinson’s Beleefdheidstheorie.

Ik was vooral geïnteresseerd in taalhandelingen waarmee de spreker probeert ‘iets gedaan te krijgen’ van de aangesprokene, directieve taalhandelingen: [S]peaker wants [H]earer to do [A]ct

Directieve taalhandelingen kunnen non-impositive of impositive zijn. Als de spreker met de directieve taalhandeling iets probeert op te leggen aan de aangesprokene – een bevel, opdracht, verzoek – dat moeite kost of bezwaarlijk is voor de aangesprokene, dat is er sprake van meer of minder gezichtsbedreiging, dan is de directieve taalhandeling een Face-Threatening Act. Beleefdheidsstrategieën zijn erop gericht om de gezichtsbedreiging te verminderen: Face-saving strategies.

Beleefdheidstheorieën voorspellen dat meer Face-saving strategies nodig zijn naarmate het verzoek zwaarder is. Ook is de machtsafstand, Power distance, tussen spreker en aangesprokene een factor die de geslaagdheid van een directieve taaluiting beïnvloedt. En ook de sociale afstand, Social distance, heeft effecten op welke directieve uiting in een gegeven context – zakelijke, organisationele situatie, of privé, vertrouwelijk – gepast, geslaagd is.

Het op de juiste wijze  inschatten van deze sociaal-psychologische factoren wordt ook wel sociopragmatic competence genoemd. De effecten van deze factoren zijn niet cultuur-onafhankelijk; wat in Nederland een kleine machtsafstand is kan in Spanje een grotere machtsafstand zijn; de perceptie van een kleine sociale afstand kan in Nederland verschillen van de perceptie in een Spaanse context.

Een Nederlandse spreker / leerder van het Spaans met intercultural pragmatic competence heeft niet alleen inzicht in deze sociopragmatische factoren, en hoe het gewicht ervan kan verschillen tussen de Nederlandse en Spaanse taalgebruikssituaties; hij/zij heeft daarnaast de vaardigheid om deze inzichten mee te laten wegen in de taaluitingen die hij/zij kiest bij het formuleren van bijvoorbeeld een directieve taaluiting.

In mijn proefschrift Verzoekstrategieën in het Spaans: een cross-cultureel en intercultureel perspectief (17 maart 1997) ben ik op deze kwesties ingegaan en heb ik drie experimenten uitgevoerd. In het eerste experiment heb ik de verzoek-producties van Nederlanders in het Nederlands in gecontroleerde contexten in kaart gebracht. In het tweede experiment heb ik de verzoek-productie van Spanjaarden in het Spaans in dezelfde gecontroleerde contexten in kaart gebracht. En in het derde experiment hebben Nederlandse leurders van het Spaans verzoeken geproduceerd in dezelfde gecontroleerde contexten als in de eerste twee experimenten.

[margin40]

Rhetoric in Advertising

[margin20]
[arrow_list]

  • Advertising
  • Effects of design characteristics

[/arrow_list]
[margin40]

Document design, web design, web2.0 design, usability, user experience

[margin20]
[arrow_list]

  • Document Design
  • Web design
  • Web2.0 design
  • Usability
  • User Experience

ddd

ddd

ddd

Plaats een reactie